Het Gezicht
(Arc)
het haar
de slaap
de wang
het oor
de oorlel
de baard
de snor
het voorhoofd
de neus
het neusgat
outside: de neusvleugel (m)
de kin
het oog
de wenkbrauw
de wimper
de iris, het regenboogvlies
het ooglid
de pupil
de mond
de lip
de tong
haj
halánték
orca
fül
fülcimpa
szakáll
bajusz
homlok
orr
orrlyuk
áll
szem
szemöldök
szempilla
írisz
szemhéj
pupilla
száj
ajak
nyelv